Op 23 april jl. is een nieuw besluit gepubliceerd over belastbare feiten in de overdrachtsbelasting. Hierin zijn een aantal nieuwe interessante goedkeuringen (vrijstellingen) opgenomen voor rechtspersonen die kwalificeren als een onroerendezaakrechtspersoon (OZR).
NV of BV in oprichting
De oprichter van een N.V. of B.V. kan vooruitlopend op de oprichting al een onroerende zaak aankopen ten behoeve van de op te richten vennootschap. Op dat moment is de oprichter bij de aankoop al overdrachtsbelasting verschuldigd.
Indien de oprichter de onroerende zaak bijvoorbeeld na een periode van 9 maanden zou willen doorleveren aan de opgerichte vennootschap zou op dat moment opnieuw overdrachtsbelasting betaald moeten worden.
De Staatsecretaris van Financiën heeft gemeend dat dit niet in alle gevallen gewenst is en heeft daarom het volgende goedgekeurd.
Als de oprichter van een N.V. of B.V. vooruitlopend op de oprichting onroerende zaken verkrijgt en deze vervolgens doorlevert aan de later opgerichte vennootschap, is niet opnieuw overdrachtsbelasting verschuldigd als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Inkoop en uitgifte van eigen aandelen
Als een OZR aandelen in haar eigen kapitaal inkoopt of nieuwe aandelen uitgeeft kan dat leiden tot het moeten betalen van overdrachtsbelasting afhankelijk van het daadwerkelijke belang dat je verwerft. Door bijvoorbeeld de uitgifte van aandelen verkrijg je immers indirect een belang in de onroerende za(a)k(en).
Onder voorwaarde dat de onderlinge gerechtigdheid van de aandeelhouder(s) tot het vermogen van de OZR niet wijzigt wordt nu tegemoetkoming verleend voor het bedrag van de verschuldigde overdrachtsbelasting bij:
Als er in de onderlinge gerechtigdheid wel een wijziging optreedt, dan is alleen belast hetgeen je meer krijgt dan ten opzichte van de oorspronkelijke verhouding.
Verkrijging aandelen in een OZR als gevolg van een juridische moeder-dochterfusie
In het kader van een juridische fusie is het mogelijk dat een vennootschap (moedervennootschap) fuseert met een vennootschap waarvan zij alle aandelen houdt (dochtervennootschap). Als gevolg van deze zogenoemde moeder-dochterfusie gaat het vermogen van de verdwijnende dochtervennootschap onder algemene titel over naar de verkrijgende moedervennootschap. De aandeelhouders van de moedervennootschap behouden in dit geval hun aandelen.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarbij het de voorkeur (bijvoorbeeld om administratieve, contractuele of bancaire redenen) heeft om in geval van een moeder-dochterfusie de moedervennootschap als verdwijnende vennootschap en de dochtervennootschap als verkrijgende vennootschap te laten fungeren (de zogenoemde omgekeerde moeder-dochterfusie). In dat geval kent de dochtervennootschap vervolgens nieuwe aandelen toe aan de aandeelhouders van de verdwijnende moedervennootschap, wat in het geval van een OZR zou kunnen leiden tot de heffing van overdrachtsbelasting
Indien aan een zevental voorwaarden wordt voldaan wordt nu goedgekeurd dat in het geval van dergelijke dochter-moederfusie een tegemoetkoming wordt verleend voor de overdrachtsbelasting.
Mocht je meer willen weten over deze voorwaarden dan staan we je uiteraard graag te woord.
(De)certificering van aandelen
Tevens is nog interessant om te vermelden dat er aanpassing is gedaan in de goedkeuringen die betrekking hebben op vrijstelling in de situatie van de (de)certificering van aandelen in een OZR. Het is namelijk niet langer vereist dat alle certificaathouders tegelijk hun aandelen certificeren of decertificeren. Het is voldoende als een betreffende aandeelhouder dan wel certificaathouder al zijn aandelen omwisselt voor certificaten dan wel aandelen.
Vragen?
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen? Neem gerust contact op met onze sectie ondernemingsrecht.