28 oktober 2025
Mag een vereniging aanvullende toelatingscriteria hanteren naast de statuten?

Verenigingen vormen een belangrijk onderdeel van de maatschappij. Zij hebben de vrijheid om hun eigen doelen na te streven en te bepalen wie lid mag worden. De regels omtrent het lidmaatschap zijn doorgaans vastgelegd in de statuten. Maar wat als een vereniging — naast de statutaire bepalingen — aanvullende toelatingscriteria hanteert? Is dat toegestaan?

 

Wettelijk kader en statutaire regels

De juridische basis voor verenigingen is neergelegd in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Artikel 26 van Boek 2 bepaalt dat een vereniging een rechtspersoon is met leden, en dat zij een bepaald doel nastreeft. De wijze waarop leden worden toegelaten behoort volgens artikel 27 van dat Boek in de statuten te worden geregeld. In veel gevallen staat in de statuten dat in beginsel het bestuur beslist over de toelating van leden. Mocht het bestuur besluiten om een lid niet toe te laten dan zou algemene ledenvergadering alsnog tot toelating kunnen besluiten. Uiteraard rekening houdend met daarvoor vastgestelde regels.

 

Daarnaast geldt voor verenigingen de maatstaf van redelijkheid en billijkheid. Die bepaalt dat zowel de vereniging en de leden zich moeten gedragen naar wat door de redelijkheid en billijkheid mag worden gevraagd.

 

Rechtspraak: ruimte voor aanvullende criteria

Uit recente rechtspraak blijkt dat een vereniging aanvullende toelatingscriteria mag hanteren, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen. In een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant werd geoordeeld dat een vereniging de vrijheid heeft om aanvullende of niet in de statuten genoemde criteria te hanteren bij de beoordeling van lidmaatschapsaanvragen.

Daarbij benadrukte de rechter dat deze criteria:

 

  • Niet in strijd mogen zijn met de statuten;
  • Niet mogen botsen met wettelijke bepalingen;
  • Niet onredelijk of discriminerend mogen zijn;
  • In overeenstemming moeten zijn met het doel van de vereniging.

 

De rechtbank oordeelde dat zolang het bestuur binnen de grenzen van zijn statutaire bevoegdheden blijft, het gebruik van aanvullende toelatingscriteria toelaatbaar is.

 

Beperkingen en valkuilen

Hoewel aanvullende toelatingscriteria zijn toegestaan, gelden er duidelijke beperkingen:

Willekeur is uitgesloten: De toelatingscriteria moeten objectief en consistent worden toegepast. Het uitsluiten van personen op grond van persoonlijke voorkeur of irrelevante kenmerken kan strijdig zijn met de maatstaf van redelijke en billijkheid.

Doelstelling vereniging: De toelatingscriteria moeten in verhouding staan tot het doel van de vereniging. Zo zou een studentenvereniging die alleen mensen boven de 30 jaar toelaat, mogelijk in strijd handelen met haar doelstelling.

Discriminatieverbod: De toelatingscriteria mogen niet leiden tot directe of indirecte discriminatie op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, etniciteit of geloof, tenzij dit gerechtvaardigd is binnen het kader van het doel van de vereniging. Seniorenverenigingen laten bijvoorbeeld pas leden toe als zij juist een bepaalde leeftijd hebben bereikt omdat hun activiteiten op die doelgroep gericht zijn.

Transparantie: Aspirant-leden moeten op de hoogte zijn van de aanvullende voorwaarden. Verstopte of ongeschreven toelatingseisen kunnen in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel.

 

Praktische implicaties voor verenigingen

1. Statuten checken

Ga na of de statuten expliciet of impliciet ruimte bieden voor het bestuur om zelfstandig toelatingscriteria toe te passen. Indien de toelating volledig wordt geregeld in de statuten, kan het hanteren van extra eisen problematisch zijn.

2. Huishoudelijk reglement of toelatingsbeleid

Het verdient aanbeveling om aanvullende toelatingscriteria op te nemen in een reglement of toelatingsbeleid dat door de ledenvergadering is vastgesteld. Dit bevordert transparantie en voorkomt discussie over willekeur.

3. Communicatie naar aspirant-leden

Duidelijke communicatie over toelatingseisen voorkomt misverstanden en juridische procedures. Publiceer toelatingsvoorwaarden bijvoorbeeld op de website of neem deze op in de inschrijfformulieren.

4. Motivering van afwijzing

Indien een verzoek tot lidmaatschap wordt afgewezen op basis van aanvullende criteria, moet het bestuur bereid zijn deze beslissing gemotiveerd toe te lichten. Een goed gemotiveerd besluit is beter bestand tegen juridische toetsing.

 

Conclusie

Een vereniging mag — onder voorwaarden — aanvullende toelatingscriteria hanteren naast de statuten. Voorwaarde is wel dat deze criteria redelijk, transparant en doelgericht zijn, en niet in strijd komen met de statuten of de wet. Door zorgvuldig te werk te gaan en toelatingscriteria schriftelijk en transparant te maken, kan een vereniging haar onafhankelijkheid waarborgen en tegelijkertijd rechtszekerheid bieden aan aspirant-leden.

 

Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen? Of wil je graag meer weten? Neem gerust contact op met onze sectie ondernemingsrecht.

C. (Corstiaan) Noordijk

C. (Corstiaan) Noordijk

Corstiaan Noordijk studeerde Management, Economie en Recht (MER) aan de Hogeschool Brabant te Breda en is daar in 2002 afgestudeerd. Sindsdien is hij werkzaam in het ondernemingsrecht.

Vanaf 2008 is hij manager en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor team ondernemingsrecht. Hij houdt zich daarnaast ook vakinhoudelijk bezig, met name op het gebied van fusies, splitsingen, overnames, internationale samenwerkingen en het opzetten van ondernemingsstructuren.


Bekijk alle artikelen van deze auteur
Huijbregts Notarissen maakt gebruik van cookies
Huijbregts Notarissen gebruikt cookies en vergelijkbare technieken om de website goed te kunnen laten werken en om te analyseren hoe de website wordt gebruikt. Als u op de knop Accepteren klikt, worden er daarnaast cookies gebruikt voor advertentiedoeleinden. Dit maakt het mogelijk om van ons afkomstige advertenties buiten deze website relevanter voor u maken. Wilt u dit liever niet, dan kunt u uw instellingen wijzigen.

Accepteren Cookie instellingen