Op notariskantoren wordt regelmatig gegooid (figuurlijk) met juridische termen waar je misschien nooit eerder van hebt gehoord. In dit artikel nemen we een aantal van die termen onder de loep. Hieronder worden 5 (nou ja, eigenlijk 10) moeilijke termen die veel voorkomen in het erfrecht in Jip-en-janneketaal uitgelegd.
1. Ouderlijke boedelverdeling en Wettelijke verdeling
Een ouderlijke boedelverdeling is een verdeling van de nalatenschap die is opgenomen in een testament. De langstlevende echtgenoot krijgt alle bezittingen en schulden toebedeeld onder de verplichting bedragen schuldig te erkennen. Dit bedrag is met eventuele rente opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende of andere in het testament genoemde gevallen. Bij een ouderlijke boedelverdeling wordt de langstlevende dus eigenaar van de erfenis van de overledene.
De ouderlijke boedelverdeling kan vanaf 1 januari 2003 niet meer gemaakt worden. Dit komt dus alleen voor in oude testamenten.
Vanaf 2003 is de wettelijke verdeling in de wet opgenomen. Hiermee is de langstlevende bescherming van een ouderlijke boedelverdeling een wettelijke regeling geworden. De wettelijke verdeling geldt in de situatie zonder testament van de overledene of als er wel een testament is waarin niet van de wettelijke wordt afgeweken. De wet bepaalt dat de wettelijke verdeling van een erfenis van toepassing is als de overleden persoon:
1) tijdens leven geen testament heeft opgesteld of in zijn testament niet afweek van de wettelijke verdeling; en
2) als erfgenamen een echtgenoot (of geregistreerd partner) en minimaal één kind als erfgenaam achterlaat.
De langstlevende echtgenoot krijgt, als de wettelijke verdeling van toepassing is, automatisch alle goederen van de erfenis en moet alle schulden van de nalatenschap voor zijn of haar rekening nemen. De kinderen van de overledene krijgen een geldvordering op de langstlevende echtgenoot ter grootte van hun erfdeel. Dit wordt ook wel het kindsdeel genoemd. De kinderen krijgen het kindsdeel niet meteen. De wet bepaalt dat kinderen hun kindsdeel bij de wettelijke verdeling in principe pas kunnen opeisen bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot
2. Legitieme portie en Legitimaris
Ben je als kind of kleinkind onterfd dan heb je geen recht op de erfenis. Maar ben je een kind van de overledene, dan heb je nog wel recht op je legitieme portie: een erfdeel dat dus wettelijk is bepaald. Je wordt dan legitimaris genoemd. Een legitimaris kan aanspraak maken op de helft van wat hij zou erven zonder testament. Als je een beroep wil doen op je legitieme portie, dan moet je dit zelf aangeven. Hiervoor kan je een brief sturen naar de gezamenlijke erfgenamen, executeur of de boedelnotaris die de nalatenschap in behandeling heeft. Je hebt hiervoor 5 jaar de tijd. De notaris kan je gegevens achterhalen via het boedelregister van de rechtbank.
3. Beneficiaire aanvaarding
Als iemand sterft, laat die persoon bezittingen en misschien ook schulden na. Krijg je een erfenis? Dan kun je als erfgenaam de erfenis aanvaarden of weigeren. Als je de erfenis zuiver aanvaardt, erf je ook de schulden.
Wil je de schulden niet erven? Dan kun je de erfenis verwerpen of beneficiair aanvaarden. Met beneficiair aanvaarden aanvaard je de erfenis onder voorbehoud van wat er in de ‘boedel’ zit. Dat houdt in dat je de erfenis alleen accepteert als deze positief is.
4. Legaat en Legataris
Door middel van een legaat kan de erflater – de persoon die is overleden – één of meerdere specifieke goederen aan een specifiek persoon nalaten, zoals een sieraad, kunstwerk of klassieke auto. Een legaat kan ook een bepaald geldbedrag zijn. Een legaat dient te worden opgenomen in een testament. De erflater kan bijvoorbeeld zijn horloge legateren aan zijn enige zoon. Een ander voorbeeld is dat de erflater in zijn of haar testament een legaat van € 5.000 opneemt voor een goede buur met wie hij of zij een goede band had. Dat betekent dat de betreffende buurman of buurvrouw na het overlijden van de erflater een bedrag van € 5.000 uit de nalatenschap ontvangt.
5. Executeur, afwikkelingsbewindvoerder of executeur-afwikkelingsbewindvoerder
Een 'gewone' executeur is onder andere verantwoordelijk voor het regelen van je begrafenis of crematie, de afhandeling van je nalatenschap, het regelen van een goed onderkomen voor je huisdieren, het betalen van schulden, het uitkeren van legaten en het indienen van de aangifte erfbelasting. De verantwoordelijkheid voor de verdeling van de bezittingen, zoals het geld, huis en waardevolle spullen ligt bij de erfgenamen.
Je bent pas executeur als je in het testament van de overledene bent benoemd én je deze benoeming hebt aanvaard.
Een afwikkelingsbewindvoerder heeft de bevoegdheden van een executeur maar dan uitgebreid door het afwikkelingsbewind. De executeur is door het afwikkelingsbewind ook bevoegd de nalatenschap zelfstandig te verdelen onder de erfgenamen. Hij heeft dus zeer vergaande bevoegdheden en kan als het ware “in zijn eentje” de gehele nalatenschap afwikkelen, zonder daartoe de erfgenamen te raadplegen. Uiteraard is de afwikkelingsbewindvoerder wel gebonden aan bepaalde regels. Je mag de erfgenamen bijvoorbeeld niet benadelen. En als je de erfgenamen schade toebrengt, kun je daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
Heb je vragen of wil je meer informatie of advies?
Neem dan contact op met onze adviseurs. Zij helpen u graag verder!